...

Dragen

Voordelen van dragen van je baby:

  • Je baby vindt het fijn om dicht bij je te zijn.
  • Het is makkelijk om de signalen van je baby beter te leren kennen.
  • De lichamelijke ontwikkeling heeft baat bij het dragen.
  • Het is een natuurlijke houding.
  • Door de warmte ontspant de buik.
  • Door de nabijheid (en het hormoon oxytocine dat bij huid- op huidcontact aangemaakt wordt) raakt je baby getroost en ontspannen.
  • Door de ‘kikkerhouding’ masseren de knietjes van de baby precies de ‘hoeken’ van de dikke darm, dat zijn ook de plekken waar vaak ophopingen van lucht ontstaan, die krampjes veroorzaken. Door jouw bewegingen masseert de baby dus zijn eigen buikje.
  • Als je baby refluxklachten heeft is het fijn voor de baby om rechtop gedragen te worden.

Waarom dragen:

De zogenoemde ‘Dragers’ zijn de Primaten, voorbeelden hiervan zijn apen, koala’s, kangoeroes én…mensen. De baby’s van Dragers worden min of meer ‘onaf’ en hulpeloos geboren, en zijn voor hun veiligheid en verzorging afhankelijk van de moeder/ouders. De melk van Dragers bevat vooral veel koolhydraten om de hersenen snel te laten rijpen, maar de jongen blijven lichamelijk nog lang hulpeloos. Als ze alleen gelaten worden zijn ze kwetsbaar voor roofdieren, en ze zullen dan ook alarm slaan (=huilen) om te zorgen dat hun moeder, die ze zijn kwijtgeraakt, hen zo snel mogelijk weer kan vinden. Hun verdediging tegen gevaar moet van de moeder komen en die ‘hoort’ dan ook continu bij ze in de buurt te zijn.


Onderzoek bij mensenbaby’s toont aan dat baby’s die alleen gelaten worden (vooral als ze alleen in hun bedje liggen en veel huilen) hogere adrenaline- en cortisolspiegels hebben dan baby’s die opgepakt worden zodra ze beginnen te huilen.


Cortisol is een stresshormoon, het haalt voedingsstoffen uit de cellen (vecht/vluchtreactie) het is belangrijk om in leven te blijven, reguleert het slaapwaakritme, bij te veel cortisol ga je slechter slapen, word je moe en het heeft een negatief effect op de darmflora.


Oxytocine is de tegenhanger en wordt ook het knuffelhormoon genoemd.


Je maakt het aan door knuffelen en huid op huidcontact.


Bij dragen wordt er oxytocine aangemaakt.

Je hebt verschillende type zoogdieren:


VLUCHTERS:
Ze worden min of meer ‘af’ geboren. Denk hierbij aan paarden, koeien, herten, zebra’s en giraffes: ze worden geboren, afgelikt en binnen een half uur na de geboorte kunnen ze al staan en lopen. Dit is hun manier om de kwetsbare jongen te beschermen tegen roofdieren. De melk van Vluchters is vooral heel eiwitrijk, zodat spieren en botten snel opgebouwd worden.

VERSTOPPERS:
Verstoppers leggen hun jongen in een nest, komen enkele malen per dag bij ze om ze te voeden en zijn de rest van de tijd op jacht naar voedsel. Denk hierbij bijvoorbeeld aan katten. De melk van Verstoppers bevat veel vet, om de jongen lange tijd achter elkaar verzadigd te houden. De jongen van Verstoppers houden zich stil op de momenten dat de moeder er niet is, zodat ze niet worden ontdekt door roofdieren. Voorbeelden van Verstoppers: muizen, poezen, honden.